Colossenzen 4:9

9 Met Onesimus, den getrouwen en geliefden broeder, dewelke uit de uwen is; zij zullen u alles bekend maken, wat hier is.

Colossenzen 4:9 Meaning and Commentary

Colossians 4:9

With Onesimus
Who had been Philemon's servant, ran away from him, and was met with and converted by the Apostle Paul, of whom he says many things in his epistle to his master. According to the Apostolic Constitutions, he was afterwards bishop of Beyrhoea; and some say he suffered martyrdom under Domitian; a servant of this name is mentioned by Suetonius ^F9, Ignatius ^F11 speaks of one Onesimus as bishop of Ephesus, but not the same with this,

a faithful and beloved brother, who is one of you;
either one of their ministers, as Epaphras was, ( Colossians 3:12 ) or one of their city, who was originally a native of that place; and which the apostle mentions, the more to recommend him; though this is the least part of his commendation; he calls him a "brother", being both a converted man, and in the ministry; and being faithful in his work to Christ, and greatly beloved, by the saints; and particularly highly in the esteem and affections of the apostle:

they shall make known unto you all things which are done here;
at Rome, either to him in prison, or in the church; and being two of them, were a proper number to bear a testimony, and which ought to be received.

---

FOOTNOTES:

F9 ln Vit. Galbae, c. 13.
F11 Ep. ad Ephes. p. 17. & ad Antioch. ascript. p. 89.

Colossenzen 4:9 In-Context

7 Al mijn zaken zal u bekend maken Tychikus, de geliefde broeder, en getrouwe dienaar, en mededienstknecht in de Heere;

8 Denwelken ik tot hetzelfde einde tot u gezonden heb, opdat hij uw zaken wete, en uw harten vertrooste;

9 Met Onesimus, den getrouwen en geliefden broeder, dewelke uit de uwen is; zij zullen u alles bekend maken, wat hier is.

10 U groet Aristarchus, mijn medegevangene; en Markus, de neef van Barnabas, aangaande welken gij bevelen ontvangen hebt; zo hij tot u komt, ontvangt hem;

11 En Jezus, gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; deze alleen zijn mijn medearbeiders in het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest zijn.