Daniël 2:20

20 Daniel antwoordde en zeide: De Naam Gods zij geloofd van eeuwigheid tot in eeuwigheid, want Zijn is de wijsheid en de kracht.

Daniël 2:20 Meaning and Commentary

Daniel 2:20

Daniel answered and said
That is, he began his prayer, as Jacchiades observes, or his thanksgiving, and expressed it in the following manner: blessed be the name of God for ever and ever:
a form of blessing God, or a wish that he may be blessed by men for evermore; for there is that in his name, in his nature, in his perfections, and in his works, which require that praise be given him now, and to all eternity: for wisdom and might are his;
"wisdom" in forming the scheme of things, and "might" or power in the execution of them; "wisdom" in revealing the secret of the dream to Daniel, and "might" to accomplish the various events predicted in it: for what Daniel here and afterwards observes has a very peculiar regard to the present affair, for which his heart was warm with gratitude and thankfulness.

Daniël 2:20 In-Context

18 Opdat zij van den God des hemels barmhartigheden verzochten over deze verborgenheid, dat Daniel en zijn metgezellen met de overige wijzen van Babel niet omkwamen.
19 Toen werd aan Daniel in een nachtgezicht de verborgenheid geopenbaard; toen loofde Daniel den God des hemels.
20 Daniel antwoordde en zeide: De Naam Gods zij geloofd van eeuwigheid tot in eeuwigheid, want Zijn is de wijsheid en de kracht.
21 Want Hij verandert de tijden en stonden; Hij zet de koningen af, en Hij bevestigt de koningen; Hij geeft den wijzen wijsheid, en wetenschap dengenen, die verstand hebben;
22 Hij openbaart diepe en verborgen dingen; Hij weet, wat in het duister is, want het licht woont bij Hem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.