Deuteronomium 1:34

34 Als nu de HEERE de stem uwer woorden hoorde, zo werd Hij zeer toornig, en zwoer, zeggende:

Deuteronomium 1:34 Meaning and Commentary

Deuteronomy 1:34

And the Lord heard the voice of your words
Of their murmurings against Moses and Aaron, and of their threatenings to them, Joshua and Caleb, and of their impious charge of hatred of them to God for bringing them out of Egypt, and of their rash wishes that they had died there or in the wilderness, and of their wicked scheme and proposal to make them a captain, and return to Egypt again:

and was wroth, and sware;
by his life, himself; see ( Numbers 14:28 ) ,

saying;
as follows.

Deuteronomium 1:34 In-Context

32 Maar door dit woord geloofdet gij niet aan den HEERE, uw God.
33 Die voor uw aangezicht op den weg wandelde, om u de plaats uit te zien, waar gij zoudt legeren; des nachts in het vuur, opdat Hij u den weg wees, waarin gij zoudt gaan, en des daags in de wolk.
34 Als nu de HEERE de stem uwer woorden hoorde, zo werd Hij zeer toornig, en zwoer, zeggende:
35 Zo iemand van deze mannen, van dit kwade geslacht, zal zien dat goede land, hetwelk Ik gezworen heb uw vaderen te zullen geven!
36 Behalve Kaleb, de zoon van Jefunne; die zal het zien, en aan hem zal Ik het land geven, waarop hij getreden heeft, en aan zijn kinderen; omdat hij volhard heeft den HEERE te volgen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.