Deuteronomium 16:16

16 Driemaal in het jaar zal alles, wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, verschijnen, in de plaats, die Hij verkiezen zal: op het feest der ongezuurde, en op het feest der weken, en op het feest der loofhutten; maar het zal niet ledig voor het aangezicht des HEEREN verschijnen:

Deuteronomium 16:16 Meaning and Commentary

Deuteronomy 16:16

Three times a year shall all thy males appear before the Lord
thy God
This has been observed before, ( Exodus 23:17 ) ( 34:23 ) , and is repeated here for the sake of mentioning the place where they were to appear, which before now was not observed, and indeed it is chiefly for that the other festivals are here recited:

in the place which he shall choose;
which though not expressed is now easily understood; and the three times at which they were to appear there were, in the feast of unleavened bread, and in the feast of weeks, and in the feast of tabernacles; or passover, Pentecost, and tabernacles; and of numbers of people going up from the country to each of these feasts, we have instances in the New Testament; to the passover, ( Luke 2:42 Luke 2:44 ) ( John 11:55 ) , to Pentecost, ( Acts 2:5-11 ) , to tabernacles, ( John 7:2 John 7:10 ) ,

and they shall not appear before the Lord empty;
Aben Ezra observes, the meaning is, not empty of the tribute of the freewill offering of their hand, and which Jarchi more fully explains of the burnt offerings of appearance, and of the peace offerings of the Chagigah, or money answerable to them; which, according to the Misnah ^F17 was a meah of silver for a burnt offering, and two pieces of silver for the Chagigah, which weighed thirty two barley corns ^F18

---

FOOTNOTES:

F17 Chagigah, c. 1. sect. 2.
F18 Maimon. & Bartenora in ib.

Deuteronomium 16:16 In-Context

14 En gij zult vrolijk zijn op uw feest, gij, en uw zoon, en uw dochter, en uw dienstknecht, en uw dienstmaagd, en de Leviet, en de vreemdeling, en de wees, en de weduwe, die in uw poorten zijn.

15 Zeven dagen zult gij den HEERE, uw God, feest houden, in de plaats, die de HEERE verkiezen zal; want de HEERE, uw God, zal u zegenen in al uw inkomen, en in al het werk uwer handen; daarom zult gij immers vrolijk zijn.

16 Driemaal in het jaar zal alles, wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, verschijnen, in de plaats, die Hij verkiezen zal: op het feest der ongezuurde, en op het feest der weken, en op het feest der loofhutten; maar het zal niet ledig voor het aangezicht des HEEREN verschijnen:

17 Een ieder, naar de gave zijner hand, naar den zegen des HEEREN, uws Gods, dien Hij u gegeven heeft.

18 Rechters en ambtlieden zult gij u stellen in al uw poorten, die de HEERE, uw God, u geven zal, onder uw stammen; dat zij het volk richten met een gericht der gerechtigheid.