Deuteronomium 18:12

12 Want al wie zulks doet, is den HEERE een gruwel; en om dezer gruwelen wil verdrijft hen de HEERE, uw God, voor uw aangezicht uit de bezitting.

Deuteronomium 18:12 Meaning and Commentary

Deuteronomy 18:12

For all that do these things are an abomination to the
Lord
Not that do all these things, but whoever does any of them, as Jarchi notes; all such persons that use such unlawful methods, or any of them, to gain knowledge; and likewise all those that consult them, and make use of them; and especially it must be very abominable in the people of Israel to encourage such persons and practices, who had the knowledge of the true God, and him to consult on all occasions; had his law and testimony to attend unto as the rule of their conduct, and his prophets to advise with in matters of difficulty; see ( Isaiah 8:20 )

and because of these abominations the Lord thy God doth drive them
out from before thee;
as well as other sins mentioned in ( Leviticus 18:24-28 ) and, as before observed from Cicero, all nations have been addicted to the arts of divination here condemned.

Deuteronomium 18:12 In-Context

10 Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat, een guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar.

11 Of een bezweerder, die met bezwering omgaat, of die een waarzeggenden geest vraagt, of een duivelskunstenaar, of die de doden vraagt.

12 Want al wie zulks doet, is den HEERE een gruwel; en om dezer gruwelen wil verdrijft hen de HEERE, uw God, voor uw aangezicht uit de bezitting.

13 Oprecht zult gij zijn met den HEERE, uw God.

14 Want deze volken, die gij zult erven, horen naar guichelaars en waarzeggers; maar u aangaande, de HEERE, uw God, heeft u zulks niet toegelaten.