Deuteronomium 4:33

33 Of een volk gehoord hebbe de stem van God, sprekende uit het midden des vuurs, gelijk als gij gehoord hebt, en levend zij gebleven?

Deuteronomium 4:33 Meaning and Commentary

Deuteronomy 4:33

Did [ever] people hear the voice of God speaking out of the
midst of fire
None ever heard the voice of God as they did, much less speaking such words as they heard, and still less out of the midst of fire, which was their case, ( Deuteronomy 4:12 Deuteronomy 4:15 )

as thou hast heard, and live?
which was stranger still, when they might have expected they should, and doubtless feared they would be, as it was wonderful they were not, consumed by it.

Deuteronomium 4:33 In-Context

31 Want de HEERE, uw God, is een barmhartig God; Hij zal u niet verlaten, noch u verderven; en Hij zal het verbond uwer vaderen, dat Hij hun gezworen heeft, niet vergeten.
32 Want, vraag toch naar de vorige dagen, die voor u geweest zijn, van dien dag af, dat God den mens op de aarde geschapen heeft, van het ene einde des hemels tot aan het andere einde des hemels, of zulk een groot ding geschied of gehoord zij, als dit:
33 Of een volk gehoord hebbe de stem van God, sprekende uit het midden des vuurs, gelijk als gij gehoord hebt, en levend zij gebleven?
34 Of: of God verzocht heeft te gaan, om Zich een volk uit het midden eens volks aan te nemen, door verzoekingen, door tekenen, en door wonderen, en door strijd, en door een sterke hand, en door een uitgestrekten arm, en met grote verschrikkingen; naar al hetgeen de HEERE, uw God, ulieden voor uw ogen in Egypte gedaan heeft?
35 U is het getoond, opdat gij wetet, dat de HEERE die God is; er is niemand meer dan Hij alleen!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.