Esther 4:17

17 Toen ging Mordechai henen, en hij deed naar alles, wat Esther aan hem geboden had.

Esther 4:17 Meaning and Commentary

Esther 4:17

So Mordecai went his way
About the business he was directed to; the word used having sometimes the signification of passing over or transgressing, Jarchi interprets it of Mordecai's transgressing the command, by fasting on a festival; the letter being written on the thirteenth of Nisan, ( Esther 3:12 ) , the next day was the passover, on which he supposes the fast began; and the three days were, the fourteenth, fifteenth, and sixteenth of the month, and belonged to the feast of the passover and of unleavened bread; so the Targum:

and did according to all that Esther had commanded him;
got the Jews together, and kept a fast three days; according to the Midrash F5 they were the thirteenth, fourteenth, and fifteenth of Nisan.


FOOTNOTES:

F5 Midrash Esther, fol. 94. 4.

Esther 4:17 In-Context

15 Toen zeide Esther, dat men Mordechai weder aanzeggen zou:
16 Ga, vergader al de Joden, die te Susan gevonden worden, en vast voor mij, en eet of drinkt niet, in drie dagen, nacht noch dag; ik en mijn jonge dochters zullen ook alzo vasten, en alzo zal ik tot den koning ingaan, hetwelk niet naar de wet is. Wanneer ik dan omkome, zo kom ik om.
17 Toen ging Mordechai henen, en hij deed naar alles, wat Esther aan hem geboden had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.