Esther 6:12

12 Daarna keerde Mordechai wederom tot de poort des konings; maar Haman werd voortgedreven naar zijn huis, treurig en met bedekten hoofde.

Esther 6:12 Meaning and Commentary

Esther 6:12

And Mordecai came again to the king's gate
To attend his post and office at court; which confirms what has been already hinted, that he was in some office in the court, which this phrase is expressive of, and not a porter at the gate; for it is not probable he should return to such a station, after so much honour had been done him; and much less that he returned to his sackcloth and fasting, as Jarchi and the former Targum; since he might reasonably conclude things were taking a turn in his favour, and that of his people; though as yet he knew not what success Esther had had, to wait for which he returned to court:

but Haman hasted to his house;
pushed forward as fast as he could:

mourning;
at his sad disappointment:

and having his head covered;
through grief and sorrow, confusion and shame; so Demosthenes, being hissed, went home with his head covered {c}, as confounded and ashamed to be seen F4.


FOOTNOTES:

F3 Plutarch in Demosthene.
F4 See more instances in Lively's Chronology of the Persian monarchy, p. 18, 19.

Esther 6:12 In-Context

10 Toen zeide de koning tot Haman: Haast u, neem dat kleed, en dat paard, gelijk als gij gesproken hebt, en doe alzo aan Mordechai, den Jood, dien aan de poort des konings zit; en laat niet een woord vallen van alles, wat gij gesproken hebt.
11 En Haman nam dat kleed en dat paard, en trok het kleed Mordechai aan, en deed hem rijden door de straten der stad, en hij riep voor hem: Alzo zal men dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft!
12 Daarna keerde Mordechai wederom tot de poort des konings; maar Haman werd voortgedreven naar zijn huis, treurig en met bedekten hoofde.
13 En Haman vertelde aan zijn huisvrouw Zeres en al zijn vrienden al wat hem wedervaren was. Toen zeiden hem zijn wijzen, en Zeres, zijn huisvrouw: Indien Mordechai, voor wiens aangezicht gij hebt begonnen te vallen, van het zaad der Joden is, zo zult gij tegen hem niet vermogen; maar gij zult gewisselijk voor zijn aangezicht vallen.
14 Toen zij nog met hem spraken, zo kwamen des konings kamerlingen nabij, en zij haastten Haman tot den maaltijd te brengen, dien Esther bereid had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.