Exodus 13:6

6 Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten, en aan den zevenden dag zal den HEERE een feest zijn.

Exodus 13:6 Meaning and Commentary

Exodus 13:6

Seven days shalt thou eat unleavened bread
The Jews


FOOTNOTES:

F25 gather from this place, and from ( Deuteronomy 16:8 ) , that the obligation to eat unleavened bread lasted no longer than the first night of the seven days, but on the rest it was enough if they abstained from leavened bread, and it was lawful for them to eat of other food as they pleased, (See Gill on Exodus 12:15), but the words are very express in both places, and so in the following verse, for eating unleavened bread, as well as abstaining from leavened; and, indeed, otherwise it would not be so clear and plain a commemoration of their case and circumstances, in which they were when they came out of Egypt; this bread of affliction, as it is called, ( Deuteronomy 16:3 ) being what would put them in mind thereof: and in the seventh day shall be a feast to the Lord;
an holy convocation, in which no work was to be done, except what was necessary for preparing food to eat, see ( Exodus 12:16 ) .
F25 In Siphre apud Manasseh Ben lsrael. Conciliat. in loc.

Exodus 13:6 In-Context

4 Heden gaat gijlieden uit, in de maand Abib.
5 En het zal geschieden, als u de HEERE zal gebracht hebben in het land der Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Hevieten, en der Jebusieten, hetwelk Hij uw vaderen gezworen heeft u te geven, een land vloeiende van melk en honig; zo zult gij dezen dienst houden in deze maand.
6 Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten, en aan den zevenden dag zal den HEERE een feest zijn.
7 Zeven dagen zullen ongezuurde broden gegeten worden, en het gedesemde zal bij u niet gezien worden, ja, er zal geen zuurdeeg bij u gezien worden, in al uw palen.
8 En gij zult uw zoon te kennen geven te dienzelven dage, zeggende: Dit is om hetgeen de HEERE mij gedaan heeft, toen ik uit Egypte uittoog.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.