Exodus 29:45

45 En Ik zal in het midden der kinderen Israels wonen, en Ik zal hun tot een God zijn.

Exodus 29:45 Meaning and Commentary

Exodus 29:45

And I will dwell among the children of Israel
In the tabernacle ordered to be built for him, and which, when built, was placed in the midst of the camp of Israel; and here Jehovah dwelt as a king in his palace, near at hand to help, protect, and defend his subjects, and supply them with all things needful for them; see ( Deuteronomy 4:7 )

and will be their God;
their covenant God, their King and their God, their government being a Theocracy; their God and Father, by national adoption, and from whom they might expect all good things, they continuing in obedience to his commands, by the tenure of which they held their rights and privileges, civil and ecclesiastical.

Exodus 29:45 In-Context

43 En daar zal Ik komen tot de kinderen Israels; opdat zij geheiligd worden door Mijn heerlijkheid.

44 En Ik zal de tent der samenkomst heiligen, mitsgaders het altaar; Ik zal ook Aaron en zijn zonen heiligen, opdat zij Mij het priesterambt bedienen.

45 En Ik zal in het midden der kinderen Israels wonen, en Ik zal hun tot een God zijn.

46 En zij zullen weten, dat Ik de HEERE hun God ben, Die hen uit Egypteland uitgevoerd heb, opdat Ik in het midden van hen wonen zou; Ik ben de HEERE, hun God.