Exodus 32:14

14 Toen berouwde het den HEERE over het kwaad, hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen doen.

Exodus 32:14 Meaning and Commentary

Exodus 32:14

And the Lord repented of the evil which he thought to do
unto his people.
] He did not do what he threatened to do, and seemed to have in his thoughts and designs, but did what Moses desired he would, ( Exodus 32:12 ) not that any of God's thoughts or the determinations of his mind are alterable; for the thoughts of his heart are to all generations; but he changes the outward dispensations of his providence, or his methods of acting with men, which he has been taking or threatened to take; and this being similar to what they do when they repent of anything, who alter their course, hence repentance is ascribed to God, though, properly speaking, it does not belong to him, see ( Jeremiah 18:8 ) . Aben Ezra thinks that the above prayer of Moses, which was so prevalent with God, does not stand in its proper place, but should come after ( Exodus 32:31 ) for, to what purpose, says he, should Moses say to the Israelites, ( Exodus 32:30 ) "peradventure I shall make an atonement for your sin": if he was appeased by his prayer before?

Exodus 32:14 In-Context

12 Waarom zouden de Egyptenaars spreken, zeggende: In kwaadheid heeft Hij hen uitgevoerd, opdat Hij hen doodde op de bergen, en opdat Hij hen vernielde van den aardbodem? Keer af van de hittigheid Uws toorns, en laat het U over het kwaad Uws volks berouwen.
13 Gedenk aan Abraham, aan Izak en aan Israel, Uw knechten, aan welke Gij bij Uzelven gezworen hebt, en hebt tot hen gesproken: Ik zal uw zaad vermenigvuldigen als de sterren des hemels; en dit gehele land, waarvan Ik gezegd heb, zal Ik aan ulieder zaad geven, dat zij het erfelijk bezitten in eeuwigheid.
14 Toen berouwde het den HEERE over het kwaad, hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen doen.
15 En Mozes wendde zich om, en klom van den berg af, met de twee tafelen der getuigenis in zijn hand; deze tafelen waren op haar beide zijden beschreven, zij waren op de ene en op de andere zijde beschreven.
16 En diezelfde tafelen waren Gods werk; het geschrift was ook Gods geschrift zelf, in de tafelen gegraveerd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.