14
Gij zult ook zijn zonen doen naderen, en zult hun de rokken aantrekken.
15
En gij zult hen zalven, gelijk als gij hun vader zult gezalfd hebben, dat zij Mij het priesterambt bedienen. En het zal geschieden, dat hun hun zalving zal zijn tot een eeuwig priesterdom bij hun geslachten.
16
Mozes nu deed het naar alles, wat hem de HEERE geboden had; alzo deed hij.
17
En het geschiedde in de eerste maand, in het tweede jaar, op den eersten der maand, dat de tabernakel opgericht werd.
18
Want Mozes richtte den tabernakel op, en zette zijn voeten, en stelde zijn berderen, en zette zijn richelen daaraan, en hij richtte deszelfs pilaren op.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.