Exodus 5:5

5 Verder zeide Farao: Ziet, het volk des lands is alreeds te veel; en zoudt gijlieden hen doen rusten van hun lasten?

Exodus 5:5 Meaning and Commentary

Exodus 5:5

And Pharaoh said, behold, the people of the land now are many,
&c.] So that if some were taken off, as suggested, there were enough of them to do business and so he cared not; but if allowed to go, they might mutiny and rebel, and give a great deal of trouble to quell them; or it may be, the sense is, they were very numerous, and too numerous already, and if they were took off of their work, and allowed to go a feasting, they would be more so, which agrees with the next clause:

and you make them rest from their burdens;
which was the way to make them more numerous still, and to frustrate the design of laying burdens upon them, which was originally intended to hinder the multiplication of them, ( Exodus 1:9-14 ) .

Exodus 5:5 In-Context

3 Zij dan zeiden: De God der Hebreen is ons ontmoet; zo laat ons toch heentrekken, den weg van drie dagen in de woestijn, en den HEERE, onzen God, offeren, dat Hij ons niet overkome met pestilentie, of met het zwaard.
4 Toen zeide de koning van Egypte tot hen: Gij, Mozes en Aaron! waarom trekt gij het volk af van hun werken? Gaat heen tot uw lasten.
5 Verder zeide Farao: Ziet, het volk des lands is alreeds te veel; en zoudt gijlieden hen doen rusten van hun lasten?
6 Daarom beval Farao, ten zelfden dage, aan de aandrijvers onder het volk, en deszelfs ambtlieden, zeggende:
7 Gij zult voortaan aan deze lieden geen stro meer geven, tot het maken der tichelstenen, als gisteren en eergisteren; laat hen zelven heengaan, en stro voor zichzelven verzamelen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.