Exodus 6:29

29 Toen zeide Mozes voor het aangezicht des HEEREN: Zie, ik ben onbesneden van lippen; hoe zal dan Farao naar mij horen?

Exodus 6:29 Meaning and Commentary

Exodus 6:29

And the Lord spake unto Moses, saying, I am the Lord
See ( Exodus 6:2 Exodus 6:6 Exodus 6:8 ) : speak thou unto Pharaoh king of Egypt all that I say unto thee;
that he let Israel go; and that in case of refusal, that he would punish him and his people with this and the other plague, one after another, and at last slay him and their firstborn.

Exodus 6:29 In-Context

27 En het geschiedde te dien dage, als de HEERE tot Mozes sprak in Egypteland;

28 Zo sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: Ik ben de HEERE! spreek tot Farao, den koning van Egypte, alles, wat Ik tot u spreek.

29 Toen zeide Mozes voor het aangezicht des HEEREN: Zie, ik ben onbesneden van lippen; hoe zal dan Farao naar mij horen?

30