Exodus 9:26

26 Alleen in het land Gosen, waar de kinderen Israels waren, daar was geen hagel.

Exodus 9:26 Meaning and Commentary

Exodus 9:26

Only in the land of Goshen, where the children of Israel
[were], was there no hail.
] So that such Egyptians as might dwell among them, they, their servants, their cattle, and their fruits, escaped this plague; and oftentimes do wicked men fare the better for the people of God that are among them.

Exodus 9:26 In-Context

24 En er was hagel, en vuur in het midden des hagels vervangen; hij was zeer zwaar; desgelijks is in het ganse Egypteland nooit geweest, sedert het tot een volk geweest is.
25 En de hagel sloeg, in het ganse Egypteland, alles wat op het veld was, van de mensen af tot de beesten toe; ook sloeg de hagel al het kruid des velds, en verbrak al het geboomte des velds.
26 Alleen in het land Gosen, waar de kinderen Israels waren, daar was geen hagel.
27 Toen schikte Farao heen, en hij riep Mozes en Aaron, en zeide tot hen: Ik heb mij ditmaal verzondigd; de HEERE is rechtvaardig; ik daarentegen en mijn volk zijn goddelozen!
28 Bidt vuriglijk tot den HEERE (want het is genoeg), dat geen donder Gods noch hagel meer zij; dan zal ik ulieden trekken laten, en gij zult niet langer blijven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.