Exodus 9:6

6 En de HEERE deed deze zaak des anderen daags; en al het vee der Egyptenaren stierf; maar van het vee der kinderen Israels stierf niet een.

Exodus 9:6 Meaning and Commentary

Exodus 9:6

And the Lord did that thing on the morrow
Brought a murrain, or a pestilential disease on the cattle. This, according to Bishop Usher, was on the second day of the seventh month, which afterwards became the first month, the month Abib, which answers to part of March and part of April, and seems to be about the seventeenth of March: and all the cattle of Egypt died;
not all absolutely, for we read of some afterwards, ( Exodus 9:9 Exodus 9:10 Exodus 9:19 Exodus 9:25 ) but all that were in the field, ( Exodus 9:3 ) and it may be not strictly all of them, but the greatest part of them, as Aben Ezra interprets it; some, and a great many of all sorts, in which limited sense the word "all" is frequently used in Scripture: but of the cattle of the children of Israel died not one;
at least of the murrain, or by the hand of God, and perhaps not otherwise, which was very wonderful, since such a disorder is usually catching and spreading.

Exodus 9:6 In-Context

4 En de HEERE zal een afzondering maken tussen het vee der Israelieten, en tussen het vee der Egyptenaren, dat er niets sterve van al wat van de kinderen Israels is.
5 En de HEERE bestemde een zekeren tijd, zeggende: Morgen zal de HEERE deze zaak in dit land doen.
6 En de HEERE deed deze zaak des anderen daags; en al het vee der Egyptenaren stierf; maar van het vee der kinderen Israels stierf niet een.
7 En Farao zond er heen, en ziet, van het vee van Israel was niet tot een toe gestorven. Doch het hart van Farao werd verzwaard, en hij liet het volk niet trekken.
8 Toen zeide de HEERE tot Mozes en tot Aaron: Neemt gijlieden uw vuisten vol as uit den oven; en Mozes strooie die naar de hemel voor de ogen van Farao.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.