Ezechiël 40:44

44 En van buiten de binnenste poort waren de kameren der zangers, in het binnenste voorhof, dat aan de zijde van de noorderpoort was; en het voorste deel derzelve was den weg naar het zuiden; een was er aan de zijde van de oostpoort, ziende den weg naar het noorden.

Ezechiël 40:44 Meaning and Commentary

Ezekiel 40:44

And without the inner gate were the chambers of the singers,
&c.] These singers are true believers in Christ, members of Gospel churches; whose duty and privilege it is to sing psalms, hymns, and spiritual songs; which is a part of internal, spiritual, and evangelical worship, ( Ephesians 5:19 ) ( Colossians 3:16 ) , these are the spiritual harpers, that have harps in their hands, and make melody in their hearts, and are able to sing the songs of electing, redeeming, calling, pardoning, justifying, and adopting grace; these deservedly have a place in the churches of Christ, in the inward court, being inward court worshippers, even all such who sing with the spirit and the understanding; for these chambers were in the inward court: the prophet being brought through the inner northern gate, into the open space between the inward court, saw these chambers; for it follows, in the inner court, which was at the side of the north gate;
in that part of the court which lay near the north gate, where now the prophet and his guide were: and their prospect was toward the south;
that is, some of these chambers, one row of them, were by the side of the north gate, and these faced the south; north and south being opposite to each other: one at the side of the east gate, having the prospect toward the north:
another row of chambers for the singers was in that part of the inner court which was on the side of the east gate, on the north side of it, and so faced the north part of the court. The Septuagint version, if admitted, makes the sense of it more clear, but different,

``and he brought me into the inner court, and behold two chambers in the inner court; one at the back of the gate that looks to the north, bearing to the south; and one at the back of the gate to the south, looking to the north.''

Ezechiël 40:44 In-Context

42 Maar de vier tafelen voor het brandoffer waren van gehouwen stenen, de lengte een el en een halve, en de breedte een el en een halve, en de hoogte een el; op dezelve nu legde men het gereedschap henen, waarmede men het brandoffer en slachtoffer slachtte.
43 De haardstenen nu waren een handbreed dik, ordentelijk geschikt in het huis rondom henen; en op de tafelen was het offervlees.
44 En van buiten de binnenste poort waren de kameren der zangers, in het binnenste voorhof, dat aan de zijde van de noorderpoort was; en het voorste deel derzelve was den weg naar het zuiden; een was er aan de zijde van de oostpoort, ziende den weg naar het noorden.
45 En hij sprak tot mij: Deze kamer, welker voorste deel den weg naar het zuiden is, is voor de priesteren, die de wacht des huizes waarnemen.
46 Maar de kamer, welker voorste deel den weg naar het noorden is, is voor de priesteren, die de wacht des altaars waarnemen; dat zijn de kinderen van Zadok, die uit de kinderen van Levi tot den HEERE naderen, om Hem te dienen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.