Ezechiël 48:10

10 En daarin zal het heilig hefoffer zijn voor de priesteren, noordwaarts de lengte van vijf en twintig duizend, en westwaarts de breedte van tien duizend, en oostwaarts, de breedte van tien duizend, en zuidwaarts de lengte van vijf en twintig duizend; en het heiligdom des HEEREN zal in het midden deszelven zijn.

Ezechiël 48:10 Meaning and Commentary

Ezekiel 48:10

And for them, even the priests, shall be this holy oblation,
&c.] This holy portion of land, excepting that which is for the sanctuary, is to be for the use of the priests to build houses on to dwell in; signifying, that the ministers of the Gospel are to be taken care of, and sufficient provision made for their maintenance; see ( Ezekiel 45:4 ) : toward the north five and twenty thousand in length, and toward the
west ten thousand in breadth, and toward the east ten thousand in
breadth, and toward the south five and twenty thousand in length;
to the north and south five and twenty thousand reeds each; and to the east and west ten thousand each; all this belongs to the priests, excepting the place for the sanctuary, that stood in the middle of it, as repeated in the following clause: and the sanctuary of the Lord shall be in the midst thereof; as in ( Ezekiel 48:8 ) .

Ezechiël 48:10 In-Context

8 Aan de landpale nu van Juda, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, zal het hefoffer zijn, dat gijlieden zult offeren, vijf en twintig duizend meetrieten in breedte, en de lengte, als van een der andere delen, van den oosterhoek tot den westerhoek toe; en het heiligdom zal in het midden deszelven zijn.

9 Het hefoffer, dat gijlieden den HEERE zult offeren, zal wezen de lengte van vijf en twintig duizend, en de breedte van tien duizend.

10 En daarin zal het heilig hefoffer zijn voor de priesteren, noordwaarts de lengte van vijf en twintig duizend, en westwaarts de breedte van tien duizend, en oostwaarts, de breedte van tien duizend, en zuidwaarts de lengte van vijf en twintig duizend; en het heiligdom des HEEREN zal in het midden deszelven zijn.

11 Het zal zijn voor de priesteren, die geheiligd zijn uit de kinderen van Zadok, die Mijn wacht hebben waargenomen; die niet gedwaald hebben, als de kinderen Israels dwaalden; gelijk als de andere Levieten gedwaald hebben.

12 En het geofferde van het hefoffer des lands zal hunlieden een heiligheid der heiligheden zijn, aan de landpale der Levieten.