Ezra 10:2

2 Toen antwoordde Sechanja, de zoon van Jehiel, een van de zonen van Elam, en zeide tot Ezra: Wij hebben overtreden tegen onzen God, en wij hebben vreemde vrouwen van de volken des lands bij ons doen wonen; maar nu, er is hope voor Israel, dezen aangaande.

Ezra 10:2 Meaning and Commentary

Ezra 10:2

And Shechaniah the son of Jehiel, one of the sons of Elam,
answered and said unto Ezra
This man seems to be one of those that now came with Ezra from Babylon, see ( Ezra 8:3 Ezra 8:5 ) ,

we have trespassed against our God, and have taken strange wives of the
people of the land;
not that he had taken any himself, being but just come into the land, nor is his name in the list of those that had; but inasmuch as many of the nation, of which he was a part, and his own father, and several of his uncles had, ( Ezra 10:26 ) , he expresses himself in this manner:

yet now there is hope in Israel concerning this thing;
of a reformation of this evil, and of pardon for it.

Ezra 10:2 In-Context

1 Als Ezra alzo bad, en als hij deze belijdenis deed, wenende en zich voor Gods huis nederwerpende, verzamelde zich tot hem uit Israel een zeer grote gemeente van mannen, en vrouwen, en kinderen; want het volk weende met groot geween.

2 Toen antwoordde Sechanja, de zoon van Jehiel, een van de zonen van Elam, en zeide tot Ezra: Wij hebben overtreden tegen onzen God, en wij hebben vreemde vrouwen van de volken des lands bij ons doen wonen; maar nu, er is hope voor Israel, dezen aangaande.

3 Laat ons dan nu een verbond maken met onze God, dat wij al die vrouwen, en wat van haar geboren is, zullen doen uitgaan, naar den raad des HEEREN, en dergenen, die beven voor het gebod onzes Gods; en laat er gedaan worden naar de wet.

4 Sta op, want deze zaak komt u toe; en wij zullen met u zijn; wees sterk en doe het.

5 Toen stond Ezra op, en deed de oversten der priesteren, de Levieten en gans Israel zweren, te zullen doen naar dit woord; en zij zwoeren.