Ezra 2:64

64 Deze ganse gemeente te zamen was twee en veertig duizend driehonderd en zestig.

Ezra 2:64 Meaning and Commentary

Ezra 2:64

The whole congregation together was forty and two thousand
three hundred [and] threescore.
] But the sums before given make no more, with Zerubbabel, and the ten principal men, than 29,829, so that there are more than 12,000 wanting; wherefore, in answer to the question, where are the 12,000? the Jews say in their chronology F1 these are they of the other tribes, who set up the altar on its bases, and gave money to the masons ( Ezra 3:1 Ezra 3:3 Ezra 3:7 ) , this was a much larger number than were carried captive; see ( 2 Kings 24:14 2 Kings 24:15 ) ( Jeremiah 52:28 Jeremiah 52:29 Jeremiah 52:30 ) , but not to be compared with the number that came out of Egypt, ( Exodus 12:37 ) . An Arabic writer F2 makes them 50,000, but wrongly.


FOOTNOTES:

F1 Seder Olam Rabba, c. 29. p. 86.
F2 Abulpharag. Hist. Dynast. Dyn. 5. p. 82.

Ezra 2:64 In-Context

62 Dezen zochten hun register, onder degenen, die in het geslachtsregister gesteld waren, maar zij werden niet gevonden; daarom werden zij als onreinen van het priesterdom geweerd.
63 En Hattirsatha zeide tot hen, dat zij van de heiligste dingen niet zouden eten, totdat er een priester stond met urim en met thummim.
64 Deze ganse gemeente te zamen was twee en veertig duizend driehonderd en zestig.
65 Behalve hun knechten en hun maagden, die waren zeven duizend driehonderd zeven en dertig; en zij hadden tweehonderd zangers en zangeressen.
66 Hun paarden waren zevenhonderd zes en dertig; hun muildieren, tweehonderd vijf en veertig;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.