Ezra 3:1

1 Toen nu de zevende maand aankwam, en de kinderen Israels in de steden waren, verzamelde zich het volk, als een enig man, te Jeruzalem.

Ezra 3:1 Meaning and Commentary

Ezra 3:1

And when the seventh month was come
The month Tisri, which answers to part of September and October; or when it "was approaching" ^F16, for before it was actually come some following things were done, the people met, and an altar was built; for on the first day of it sacrifices were offered, ( Ezra 3:6 ) ,

and the children of Israel were in the cities;
their respective cities, settling their domestic affairs:

the people gathered themselves together as one man to Jerusalem;
the thing was universal, and done with as much dispatch as if only one man was concerned; and it seems to denote as if they were under a divine impulse, and came together without any consultation, or knowledge of each other's designs, and without summons.

---

FOOTNOTES:

F16 (egyw) "cum appropinquaret", Piscator.

Ezra 3:1 In-Context

1 Toen nu de zevende maand aankwam, en de kinderen Israels in de steden waren, verzamelde zich het volk, als een enig man, te Jeruzalem.

2 En Jesua, de zoon van Jozadak, maakte zich op, en zijn broederen, de priesters en Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en zijn broederen, en zij bouwden het altaar des Gods van Israel, om daarop brandofferen te offeren, gelijk geschreven is in de wet van Mozes, den man Gods.

3 En zij vestigden het altaar op zijn stelling, maar met verschrikking, die over hen was, vanwege de volken der landen; en zij offerden daarop brandofferen den HEERE, brandofferen des morgens en des avonds.

4 En zij hielden het feest der loofhutten, gelijk geschreven is; en zij offerden brandofferen dag bij dag in getal, naar het recht, van elk dagelijks op zijn dag.

5 Daarna ook het gedurig brandoffer, en van de nieuwe maanden, en van alle gezette hoogtijden des HEEREN, die geheiligd waren; ook van een ieder, die een vrijwillige offerande den HEERE vrijwilliglijk offerde.