Genesis 17:3

3 Toen viel Abram op zijn aangezicht, en God sprak met hem, zeggende:

Genesis 17:3 Meaning and Commentary

Genesis 17:3

And Abram fell on his face
At the sight of so glorious a Person that appeared to him, and in reverence of his majesty, and as sensible of his unworthiness of such a visit, and of having such favours bestowed upon him; and not because he was not as yet circumcised, as the Targum of Jonathan expresses it; and so other Jewish ^F6 writers observe, that before he was circumcised he fell, when God spoke to him, but afterwards he sat and stood, ( Genesis 18:1 ) ; but it may be observed, that not only uncircumcised persons, as Balaam, ( Numbers 22:31 ) , in whom Jarchi instances, but circumcised ones, as Ezekiel, ( Ezekiel 1:28 ) , Joshua, ( Joshua 5:14 ) , and others, have fallen on their faces at a divine appearance:

and God talked with him;
after he was raised up, and was strengthened and encouraged to stand up before God, and hear what he had to say to him; for after this we read of his falling on his face again, ( Genesis 17:17 ) ; which shows that he had been erect, after he first fell on his face: saying; as follows.

---

FOOTNOTES:

F6 Jarchi in loc. Pirke Eliezer, ut supra. (c. 29.)

Genesis 17:3 In-Context

1 Als nu Abram negen en negentig jaren oud was, zo verscheen de HEERE aan Abram, en zeide tot hem: Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht, en zijt oprecht!

2 En Ik zal Mijn verbond stellen tussen Mij en tussen u, en Ik zal u gans zeer vermenigvuldigen.

3 Toen viel Abram op zijn aangezicht, en God sprak met hem, zeggende:

4 Mij aangaande, zie, Mijn verbond is met u; en gij zult tot een vader van menigte der volken worden!

5 En uw naam zal niet meer genoemd worden Abram; maar uw naam zal wezen Abraham; want Ik heb u gesteld tot een vader van menigte der volken.