Genesis 20:10

10 Voorts zeide Abimelech tot Abraham: Wat hebt gij gezien, dat gij deze zaak gedaan hebt?

Genesis 20:10 Meaning and Commentary

Genesis 20:10

And Abimelech said unto Abraham
Continuing his discourse with him: what sawest thou, that thou hast done this thing?
he desires to know what he had observed, either in him or his people, that gave him any reason to conclude that they were a lustful people, and would stick at nothing to gratify their lusts, which put him upon taking such a method to secure his life, lest they should kill him for his wife's sake.

Genesis 20:10 In-Context

8 Toen stond Abimelech des morgens vroeg op, en riep al zijn knechten, en sprak al deze woorden voor hun oren. En die mannen vreesden zeer.
9 En Abimelech riep Abraham, en zeide tot hem: Wat hebt gij ons gedaan? en wat heb ik tegen u gezondigd, dat gij over mij en over mijn koninkrijk een grote zonde gebracht hebt? gij hebt daden met mij gedaan, die niet zouden gedaan worden.
10 Voorts zeide Abimelech tot Abraham: Wat hebt gij gezien, dat gij deze zaak gedaan hebt?
11 En Abraham zeide: Want ik dacht: alleen is de vreze Gods in deze plaats niet, zodat zij mij om mijner huisvrouw wil zullen doden.
12 En ook is zij waarlijk mijn zuster; zij is mijns vaders dochter, maar niet mijner moeder dochter; en zij is mij ter vrouwe geworden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.