Genesis 26:31

31 En zij stonden des morgens vroeg op, en zwoeren de een den ander; daarna liet Izak hen gaan, en zij togen van hem in vrede.

Genesis 26:31 Meaning and Commentary

Genesis 26:31

And they rose up betimes in the morning
Abimelech and his friends, in order to return home, and Isaac to take his leave of them, and both to make the covenant between them in form, and confirm it by an oath, for which the morning was the fitter time; when the mind is quite free and composed, and attentive to what is done, as so solemn a transaction should be performed with the utmost attention and seriousness: and swore one to another;
to live in amity and friendship, and not distress and disturb each other: and Isaac sent them away, and they departed from him in peace;
he took his leave of them in a friendly manner, and they departed well pleased with the reception they had met with, and the success they had had, having agreed on and settled articles of peace to mutual satisfaction.

Genesis 26:31 In-Context

29 Zo gij bij ons kwaad doet, gelijk als wij u niet aangeroerd hebben, en gelijk als wij bij u alleenlijk goed gedaan hebben, en hebben u in vrede laten trekken! Gij zijt nu de gezegende des HEEREN!
30 Toen maakte hij hun een maaltijd, en zij aten en dronken.
31 En zij stonden des morgens vroeg op, en zwoeren de een den ander; daarna liet Izak hen gaan, en zij togen van hem in vrede.
32 En het geschiedde ten zelfde dage, dat Izaks knechten kwamen, en boodschapten hem van de zaak des puts, dien zij gegraven hadden, en zij zeiden hem: Wij hebben water gevonden.
33 En hij noemde denzelven Seba; daarom is de naam dier stad Ber-seba, tot op dezen dag.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.