Genesis 36:21

21 En Dison, en Ezer, en Disan; dat zijn de vorsten der Horieten, zonen van Seir, in het land van Edom.

Genesis 36:21 Meaning and Commentary

Genesis 36:21

And Dishon, and Ezer, and Dishan
These were three others of the sons of Seir, which with the other four before mentioned made seven:

these [are] the dukes of the Horites, the children of Seir in the land
of Edom;
these were in the land of Edom before it was so called and possessed by the Edomites, and whose posterity afterwards became tributary to them.

Genesis 36:21 In-Context

19 Dat zijn de zonen van Ezau, en dat zijn hunlieder vorsten; hij is Edom.
20 Dit zijn de zonen van Seir, den Horiet, inwoners van dat land: Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana,
21 En Dison, en Ezer, en Disan; dat zijn de vorsten der Horieten, zonen van Seir, in het land van Edom.
22 En de zonen van Lotan waren Hori en Hemam; en Lotans zuster was Timna.
23 En dit zijn de zonen van Sobal: Alvan en Manahath, en Ebal, en Sefo, en Onam.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.