Genesis 37:31

31 Toen namen zij Jozefs rok, en zij slachtten een geitenbok, en zij doopten den rok in het bloed.

Genesis 37:31 Meaning and Commentary

Genesis 37:31

And they took Joseph's coat
After they had told Reuben what they had done with him, who being willing to make the best of things as it was, joined with them in the following scheme: by this it appears, that when they took Joseph out of the pit they did not put his coat on him, but sold him naked, or almost so, to the merchants: and killed a kid of the goats, and dipped the coat in the blood;
that being, as the Targum of Jonathan and Jarchi observe, most like to human blood.

Genesis 37:31 In-Context

29 Als nu Ruben tot den kuil wederkeerde, ziet, zo was Jozef niet in den kuil; toen scheurde hij zijn klederen.
30 En hij keerde weder tot zijn broederen, en zeide: De jongeling is er niet; en ik, waar zal ik heengaan?
31 Toen namen zij Jozefs rok, en zij slachtten een geitenbok, en zij doopten den rok in het bloed.
32 En zij zonden den veelvervigen rok, en deden hem tot hun vader brengen, en zeiden: Dezen hebben wij gevonden; beken toch, of deze uws zoons rok zij, of niet.
33 En hij bekende hem, en zeide: Het is mijns zoons rok! een boos dier heeft hem opgegeten! voorzeker is Jozef verscheurd!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.