Genesis 37:34

34 Toen scheurde Jakob zijn klederen, en legde een zak om zijn lenden; en hij bedreef rouw over zijn zoon vele dagen.

Genesis 37:34 Meaning and Commentary

Genesis 37:34

And Jacob rent his clothes
As expressive of his grief and mourning for the death of his son, as he supposed: and put sackcloth upon his loins;
put off his usual apparel, and put on a coarse garment on his loins next to his flesh, as another token of his great trouble and affliction for the loss of his son; which though afterwards was frequently done in times of public or private mourning, yet this is the first time we read of it; whether Jacob was the first that used it, whom his posterity and others imitated, is not certain; however it appears that this usage, as well as that of rending clothes on sorrowful occasions, were very ancient: and mourned for his son many days:
or years, as days sometimes signify; twenty two years, according to Jarchi, even until the time he went down to Egypt and saw him alive.

Genesis 37:34 In-Context

32 En zij zonden den veelvervigen rok, en deden hem tot hun vader brengen, en zeiden: Dezen hebben wij gevonden; beken toch, of deze uws zoons rok zij, of niet.
33 En hij bekende hem, en zeide: Het is mijns zoons rok! een boos dier heeft hem opgegeten! voorzeker is Jozef verscheurd!
34 Toen scheurde Jakob zijn klederen, en legde een zak om zijn lenden; en hij bedreef rouw over zijn zoon vele dagen.
35 En al zijn zonen, en al zijn dochteren maakten zich op, om hem te troosten; maar hij weigerde zich te laten troosten, en zeide: Want ik zal, rouw bedrijvende, tot mijn zoon in het graf nederdalen. Alzo beweende hem zijn vader.
36 En de Midianieten verkochten hem in Egypte, aan Potifar, een hoveling van Farao, overste der trawanten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.