Genesis 38:10

10 En het was kwaad in des HEEREN ogen, wat hij deed; daarom doodde Hij hem ook.

Genesis 38:10 Meaning and Commentary

Genesis 38:10

And the thing which he did displeased the Lord
Being done out of envy to his brother, and through want of affection to the memory of his name; and it may be out of covetousness to get his estate into his own hands, and especially as it frustrated the end of such an usage of marrying a brother's wife; which appears to be according to the will of God, since it afterwards became a known law of his; and it was the more displeasing, as it was not only a check upon the multiplication of Abraham's seed as promised, but since the Messiah was to come from Judah. This was doing all to hinder it that lay in his power: wherefore he slew him also;
in like manner as he had slain his brother, ( Genesis 38:7 ) .

Genesis 38:10 In-Context

8 Toen zeide Juda tot Onan: Ga in tot uws broeders huisvrouw, en trouw haar in uws broeders naam, en verwek uw broeder zaad.

9 Doch Onan, wetende, dat dit zaad voor hem niet zoude zijn, zo geschiedde het, als hij tot zijns broeders huisvrouw inging, dat hij het verdierf tegen de aarde, om zijn broeder geen zaad te geven.

10 En het was kwaad in des HEEREN ogen, wat hij deed; daarom doodde Hij hem ook.

11 Toen zeide Juda tot Thamar, zijn schoondochter: Blijf weduwe in uws vaders huis, totdat mijn zoon Sela groot wordt; want hij zeide: Dat niet misschien ook deze sterve, gelijk zijn broeders! Zo ging Thamar heen, en bleef in haar vaders huis.

12 Als nu vele dagen verlopen waren, stierf de dochter van Sua, de huisvrouw van Juda; daarna troostte zich Juda, en ging op tot zijn schaapscheerders naar Timna toe, hij en Hira, zijn vriend, de Adullamiet.