Genesis 45:14

14 En hij viel aan den hals van Benjamin, zijn broeder, en weende; en Benjamin weende aan zijn hals.

Genesis 45:14 Meaning and Commentary

Genesis 45:14

And he fell upon his brother Benjamin's neck and wept
On his neck first, because he was his own brother by father and mother's side; and he wept over him for joy that he had a sight of him once more: the word for "neck" is in the plural number, and being used, may signify that he fell first on one side of his neck, and then on the other, to show his great affection for him:

and Benjamin wept upon his neck;
their love and the tokens of it were reciprocal.

Genesis 45:14 In-Context

12 En ziet, uw ogen zien het, en de ogen van mijn broeder Benjamin, dat mijn mond tot u spreekt.
13 En boodschapt mijn vader al mijn heerlijkheid in Egypte, en alles wat gij gezien hebt; en haast u, en brengt mijn vader herwaarts af.
14 En hij viel aan den hals van Benjamin, zijn broeder, en weende; en Benjamin weende aan zijn hals.
15 En hij kuste al zijn broederen, en hij weende over hen; en daarna spraken zijn broeders met hem.
16 Als dit gerucht in het huis van Farao gehoord werd, dat men zeide: Jozefs broeders zijn gekomen! was het goed in de ogen van Farao, en in de ogen van zijn knechten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.