Genesis 46:33

33 Wanneer het nu geschieden zal, dat Farao ulieden zal roepen, en zeggen: Wat is uw hantering?

Genesis 46:33 Meaning and Commentary

Genesis 46:33

And it shall come to pass, when Pharaoh shall call you
Order them to come before him, to see them, and have some conversation with them:

and shall say, what [is] your occupation?
or your works F3, their business and employment, whether they exercised any manufacture or handicraft, and what it was.


FOOTNOTES:

F3 (Mkyvem) "opus vestrum", Pagninus, Montanus, "opera vestra", Junius & Tremellius, Piscator, Drusius.

Genesis 46:33 In-Context

31 Daarna zeide Jozef tot zijn broederen, en tot zijns vaders huis: Ik zal optrekken en Farao boodschappen, en tot hem zeggen: Mijn broeders en het huis mijns vaders, die in het land Kanaan waren, zijn tot mij gekomen.
32 En die mannen zijn schaapherders; want het zijn mannen, die met vee omgaan; en zij hebben hun schapen, en hun runderen, en al wat zij hebben, medegebracht.
33 Wanneer het nu geschieden zal, dat Farao ulieden zal roepen, en zeggen: Wat is uw hantering?
34 Zo zult gij zeggen: Uw knechten zijn mannen, die van onze jeugd af tot nu toe met vee omgegaan hebben, zo wij als onze vaders; opdat gij in het land Gosen moogt wonen; want alle schaapherder is de Egyptenaren een gruwel.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.