Genesis 47:10

10 En Jakob zegende Farao, en ging uit van Farao's aangezicht.

Genesis 47:10 Meaning and Commentary

Genesis 47:10

And Jacob blessed Pharaoh, and went out from before Pharaoh.
] When he took his leave of him, he blessed him, in like manner as when he came into his presence, by wishing all happiness to him, and giving him thanks for the honour he had done him, and the favours he had conferred on him and his.

Genesis 47:10 In-Context

8 En Farao zeide tot Jakob: Hoe vele zijn de dagen der jaren uws levens!
9 En Jakob zeide tot Farao: De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren; weinig en kwaad zijn de dagen der jaren mijns levens geweest, en hebben niet bereikt de dagen van de jaren des levens mijner vaderen, in de dagen hunner vreemdelingschappen.
10 En Jakob zegende Farao, en ging uit van Farao's aangezicht.
11 En Jozef bestelde voor Jakob en zijn broederen woningen, en hij gaf hun een bezitting in Egypteland, in het beste van het land, in het land Rameses, gelijk als Farao geboden had.
12 En Jozef onderhield zijn vader, en zijn broeders, en het ganse huis zijns vaders, met brood, tot den mond der kinderkens toe.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.