Genesis 7:18

18 En de wateren namen de overhand, en vermeerderden zeer op de aarde; en de ark ging op de wateren.

Genesis 7:18 Meaning and Commentary

Genesis 7:18

And the waters prevailed, and were increased greatly upon
the earth
Still they became greater and more powerful, as to bear up the ark, so to cast down houses, trees by the continual rains that fell, though perhaps they were not so violent as before, and by the constant eruptions of water out of the earth: and the ark went upon the face of the waters;
it floated about upon them, in an easy gentle manner; for there were no storms of wind or tempests raised, which might endanger it. (If much of the water came from volcanic activity, and if earthquakes accompanied the breaking forth of the fountains of the deep, many tidal waves would result. This would completely destroy and remains of the old civilisation and as well give the ark a rough sea to drift in. The ark's dimensions would give make it almost impossible to upset. Ed.)

Genesis 7:18 In-Context

16 En die er kwamen, die kwamen mannetje en wijfje, van alle vlees, gelijk als hem God bevolen had. En de HEERE sloot achter hem toe.

17 En die vloed was veertig dagen op de aarde, en de wateren vermeerderden, en hieven de ark op, zodat zij oprees boven de aarde.

18 En de wateren namen de overhand, en vermeerderden zeer op de aarde; en de ark ging op de wateren.

19 En de wateren namen gans zeer de overhand op de aarde, zodat alle hoge bergen, die onder den ganse hemel zijn, bedekt werden.

20 Vijftien ellen omhoog namen de wateren de overhand, en de bergen werden bedekt.