Genesis 7:24

24 En de wateren hadden de overhand boven de aarde, honderd en vijftig dagen.

Genesis 7:24 Meaning and Commentary

Genesis 7:24

And the waters prevailed upon the earth one hundred and
fifty days.
] Which is to be reckoned not from the end of the forty days' rain, but from the beginning of the flood; for from the seventeenth day of the second month, when the fountains of the deep were broken up, and the windows of heaven were opened, unto the seventeenth day of the seventh month, when the ark rested on the mountains of Ararat, and the waters decreased, were just five months, or one hundred and fifty days; until which time the waters increased yet more and more, even after the forty days' rain; so that it seems there was a continual rain afterwards, as Aben Ezra observes, though not so vehement; or otherwise it is not so easy to account for the increase of the waters.

Genesis 7:24 In-Context

22 Al wat een adem des geestes des levens in zijn neusgaten had, van alles wat op het droge was, is gestorven.

23 Alzo werd verdelgd al wat bestond, dat op den aardbodem was, van den mens aan tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels, en zij werden verdelgd van de aarde; doch Noach alleen bleef over, en wat met hem in de ark was.

24 En de wateren hadden de overhand boven de aarde, honderd en vijftig dagen.