Genesis 8:18

18 Toen ging Noach uit, en zijn zonen, en zijn huisvrouw, en de vrouwen zijner zonen met hem.

Genesis 8:18 Meaning and Commentary

Genesis 8:18

And Noah went forth
Being obedient to the divine command, and no doubt with great pleasure in his countenance, and with a heart full of thankfulness for so great a deliverance;

and his sons, and his wife, and his sons' wives with him:
in all eight persons, and no more were saved in the ark, as Peter observes, ( 1 Peter 3:20 ) and the Arabic writers say ^F1, Noah and his sons built a city near the place where they came out of the ark, and called it Themanin, giving this as a reason of the name, we are eight, that is, who have escaped; so Berosus says ^F2, that the earth being dried of the waters, there were then only eight men in Armenia, from whence all mankind sprung.

---

FOOTNOTES:

F1 Elmacleus, p. 12. Patricides, p. 10. apud Hottinger. Smegma Oriental. l. 1. c. 8. p. 282.
F2 Hist. l. 2. fol. 11. 1.

Genesis 8:18 In-Context

16 Ga uit de ark, gij, en uw huisvrouw, en uw zonen, en de vrouwen uwer zonen met u.

17 Al het gedierte, dat met u is, van alle vlees, aan gevogelte, en aan vee, en aan al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, doe met u uitgaan; en dat zij overvloediglijk voorttelen op de aarde, en vruchtbaar zijn, en vermenigvuldigen op de aarde.

18 Toen ging Noach uit, en zijn zonen, en zijn huisvrouw, en de vrouwen zijner zonen met hem.

19 Al het gedierte, al het kruipende, en al het gevogelte, al wat zich op de aarde roert, naar hun geslachten, gingen uit de ark.

20 En Noach bouwde den HEERE een altaar; en hij nam van al het reine vee, en van al het rein gevogelte, en offerde brandofferen op dat altaar.