Handelingen 12:16

16 Maar Petrus bleef kloppende: en als zij opengedaan hadden, zagen zij hem, en ontzetten zich.

Handelingen 12:16 Meaning and Commentary

Acts 12:16

But Peter continued knocking
That they might come to him, and let him in; beginning to be impatient, and being very desirous of seeing his friends, as well as being in danger of being taken up, and had to prison again, should any of his enemies come by, who knew him:

and when they had opened the door, and saw him, they were
astonished:
they could hardly believe their own eyes; it was amazing to them, how it should be, that he should be delivered out of prison, when they knew there was such a strong guard about him.

Handelingen 12:16 In-Context

14 En zij de stem van Petrus bekennende, deed van blijdschap de voorpoort niet open, maar liep naar binnen en boodschapte, dat Petrus voor aan de voorpoort stond.
15 En zij zeiden tot haar: Gij raast. Doch zij bleef er sterk bij, dat het alzo was. En zij zeiden: Het is zijn engel.
16 Maar Petrus bleef kloppende: en als zij opengedaan hadden, zagen zij hem, en ontzetten zich.
17 En als hij hen met de hand gewenkt had, dat zij zwijgen zouden, verhaalde hij hun, hoe hem de Heere uit de gevangenis uitgeleid had, en zeide: Boodschapt dit aan Jakobus en de broederen. En hij uitgegaan zijnde, reisde naar een andere plaats.
18 En als het dag was geworden, was er geen kleine beroerte onder de krijgsknechten, wat toch aan Petrus mocht geschied zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.