Handelingen 16:28

28 Maar Paulus riep met grote stem, zeggende: Doe uzelven geen kwaad; want wij zijn allen hier.

Handelingen 16:28 Meaning and Commentary

Acts 16:28

But Paul cried with a loud voice
Knowing by divine revelation, what the jailer was about to do; though being in the innermost prison, in a dark dungeon, he could not see him, unless it can be thought, that the opening of the doors had let in light sufficient; and it may be also, that he knew in the same way, what designs of grace God had towards this man and his family: saying, do thyself no harm;
which is an instance of great tenderness, humanity, and love, to one that had used him and his companion with so much severity and cruelty: for we are all here;
not only Paul and Silas, but the rest of the prisoners also; who either being so intent upon hearing the prayers and praises of the apostles, or so terrified with the earthquake, that they took no notice of their bands being loosed, and so never thought or attempted to make their escape; and as for Paul and Silas, all this happened to them, not for their deliverance in this way, as in the case of Peter, but to show the power of God, what he could do, and his presence with his servants.

Handelingen 16:28 In-Context

26 En er geschiedde snellijk een grote aardbeving, alzo dat de fundamenten des kerkers bewogen werden; en terstond werden al de deuren geopend, en de banden van allen werden los.

27 En de stokbewaarder, wakker geworden zijnde, en ziende de deuren der gevangenis geopend, trok een zwaard, en zou zichzelven omgebracht hebben, menende, dat de gevangenen ontvloden waren.

28 Maar Paulus riep met grote stem, zeggende: Doe uzelven geen kwaad; want wij zijn allen hier.

29 En als hij licht geeist had, sprong hij in, en werd zeer bevende, en viel voor Paulus en Silas neder aan de voeten;

30 En hen buiten gebracht hebbende, zeide hij: Lieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?