Handelingen 19:38

38 Indien dan nu Demetrius, en die met hem van de kunst zijn, tegen iemand enige zaak hebben, de rechtsdagen worden gehouden, en er zijn stadhouders; laat hen elkander verklagen.

Handelingen 19:38 Meaning and Commentary

Acts 19:38

Wherefore if Demetrius, and the craftsmen which are with
him
Who were the ringleaders and encouragers of this tumult:

have a matter against any man;
any accusation, or charge, any crime to accuse him of, and charge him with:

the law is open;
or court days are kept; there are certain times fixed for the hearing and trying of causes, where and when such an affair should be regularly brought; and not use such disorderly methods, and throw a city into confusion, and break the peace as these men had done: the Syriac version renders it, "they are artificers"; that is, Demetrius and the craftsmen with him; they are tradesmen, and it does not belong to them, nor should they take upon themselves to judge and determine what is right or wrong:

and there are deputies;
or "proconsuls"; the proconsul and his deputy, to whom such matters appertain, and who are judges in such cases, and to whom application should be made, and before whom such cases should be brought, and heard, and tried: the Syriac version reads in the singular number, "and there is a proconsul in the city"; a Roman governor and judge, whose province it is to determine such matters:

let them implead one another;
let the plaintiff bring his accusation, and charge, and let the others defend themselves, and let things proceed in a due course of law, and so issue.

Handelingen 19:38 In-Context

36 Dewijl dan deze dingen onwedersprekelijk zijn, zo is het behoorlijk dat gij stil zijt, en niets onbedachts doet.

37 Want gij hebt deze mannen hier gebracht, die noch kerkrovers zijn, noch uw godin lasteren.

38 Indien dan nu Demetrius, en die met hem van de kunst zijn, tegen iemand enige zaak hebben, de rechtsdagen worden gehouden, en er zijn stadhouders; laat hen elkander verklagen.

39 En indien gij iets van andere dingen verzoekt, dat zal in een wettelijke vergadering beslecht worden.

40 Want wij staan in gevaar, dat wij van oproer zullen verklaagd worden om den dag van heden, alzo er geen oorzaak is, waardoor wij reden zullen kunnen geven van deze oploop. En dit gezegd hebbende, liet hij de vergadering gaan.