Handelingen 6:11

11 Toen maakten zij mannen uit, die zeiden: Wij hebben hem horen spreken lasterlijke woorden tegen Mozes en God.

Handelingen 6:11 Meaning and Commentary

Acts 6:11

Then they suborned men
Hired false witnesses, which seems to have been commonly done by the Jews; so they did in the case of Christ:

which said, we have heard him speak blasphemous words against Moses,
and against God;
that is, against the law of Moses, and so against God, who gave the law to Moses, as appears from ( Acts 6:13 ) the blasphemous words seem to be, with respect to the ceremonial law, and the abrogation of it, which Stephen might insist upon, and they charged with blasphemy; see ( Acts 6:14 ) .

Handelingen 6:11 In-Context

9 En er stonden op sommigen, die waren van de synagoge, genaamd der Libertijnen, en der Cyreneers, en der Alexandrijnen, en dergenen, die van Cilicie en Azie waren, en twistten met Stefanus.
10 En zij konden niet wederstaan de wijsheid en den Geest, door Welken hij sprak.
11 Toen maakten zij mannen uit, die zeiden: Wij hebben hem horen spreken lasterlijke woorden tegen Mozes en God.
12 En zij beroerden het volk, en de ouderlingen en de Schriftgeleerden; en hem aanvallende grepen zij hem, en leidden hem voor den raad;
13 En stelden valse getuigen, die zeiden: Deze mens houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en de wet.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.