Handelingen 7:56

56 En hij zeide: Ziet, ik zie de hemelen geopend, en den Zoon des mensen, staande ter rechter hand Gods.

Handelingen 7:56 Meaning and Commentary

Acts 7:56

And said, behold, I see the heavens opened
As they were at the baptism of Christ, (See Gill on Matthew 3:16):

and the son of man standing at the right hand of God;
he calls Jesus "the son of man"; a name by which he often called himself in his state of humiliation; and that though he was now glorified, it being the name of the Messiah in ( Psalms 80:17 ) ( Daniel 7:13 ) as was well known to the Jews; and this Stephen said to show that God was on his side, and to let them know what honour was done him, what divine supports and comforts he had, and that he was an eyewitness of Jesus, and of his being alive, and in glory.

Handelingen 7:56 In-Context

54 Als zij nu dit hoorden, berstten hun harten, en zij knersten de tanden tegen hem.

55 Maar hij, vol zijnde des Heiligen Geestes, en de ogen houdende naar den hemel, zag de heerlijkheid Gods, en Jezus, staande ter rechter hand Gods.

56 En hij zeide: Ziet, ik zie de hemelen geopend, en den Zoon des mensen, staande ter rechter hand Gods.

57 Maar zij, roepende met grote stemme, stopten hun oren, en vielen eendrachtelijk op hem aan;

58 En wierpen hem ter stad uit, en stenigden hem; en de getuigen legden hun klederen af aan de voeten eens jongelings, genaamd Saulus.