Hebreeën 11:18

18 (Tot denwelke gezegd was: In Izak zal u het zaad genoemd worden) overleggende, dat God machtig was, hem ook uit de doden te verwekken;

Hebreeën 11:18 Meaning and Commentary

Hebrews 11:18

Of whom it is said
That is, of Isaac, Abraham's own son, whom he offered up; or rather, "to whom it was said", as the Vulgate Latin and Syriac versions render it; that is, to Abraham, for to him was this said, ( Genesis 21:12 )

that in Isaac shall thy seed be called;
that numerous natural seed of his, which should inherit the land of Canaan; and his special famous seed, the Messiah, to whom the promises were made; (See Gill on Romans 9:7).

Hebreeën 11:18 In-Context

16 Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid.
17 Door het geloof heeft Abraham, als hij verzocht werd, Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen had, heeft zijn eniggeborene geofferd,
18 (Tot denwelke gezegd was: In Izak zal u het zaad genoemd worden) overleggende, dat God machtig was, hem ook uit de doden te verwekken;
19 Waaruit hij hem ook bij gelijkenis wedergekregen heeft.
20 Door het geloof heeft Izak zijn zonen Jakob en Ezau gezegend aangaande toekomende dingen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.