Hebreeën 7:10

10 Want hij was nog in de lenden des vaders, als hem Melchizedek tegemoet ging.

Hebreeën 7:10 Meaning and Commentary

Hebrews 7:10

For he was yet in the loins of his father
Abraham; namely, Levi and his whole posterity; which is to be understood seminally, just as all mankind were in the loins of Adam, when he sinned and fell, and so they sinned and fell in him; and so Levi was in Abraham's loins,

when Melchisedec met him;
which, as it proves Melchizedek to be greater than Levi, and much more Jesus Christ, who is a priest of his order, which is the grand thing the apostle has in view; so it serves to illustrate several points of doctrine, in which either of the public heads, Adam and Christ, are concerned, with respect to their seed and offspring; such as personal election in Christ, an eternal donation of all blessings of grace to the elect in him, eternal justification in him, the doctrine of original sin, and the saints' crucifixion, burial, resurrection, and session in Christ, and together with him.

Hebreeën 7:10 In-Context

8 En hier nemen wel tienden de mensen, die sterven, maar aldaar neemt ze die, van welken getuigd wordt, dat hij leeft.

9 En, om zo te spreken, ook Levi, die tienden neemt, heeft door Abraham tienden gegeven;

10 Want hij was nog in de lenden des vaders, als hem Melchizedek tegemoet ging.

11 Indien dan nu de volkomenheid door het Levietische priesterschap ware (want onder hetzelve heeft het volk de wet ontvangen), wat nood was het nog, dat een ander priester naar de ordening van Melchizedek zou opstaan, en die niet zou gezegd worden te zijn naar de ordening van Aaron?

12 Want het priesterschap veranderd zijnde, zo geschiedt er ook noodzakelijk verandering der wet.