Jeremia 10:1

1 Hoort het woord, dat de HEERE tot ulieden spreekt, o huis Israels!

Jeremia 10:1 Meaning and Commentary

Jeremiah 10:1

Hear ye the word which the Lord speaketh unto you, O house of
Israel.
] Or, "upon you"; or, "concerning you" F11; it may design the judgment of God decreed and pronounced upon them; or the prophecy of it to them, in which they were nearly concerned; or the word of God in general, sent unto them by his prophets, which they were backward of hearing; and seems to refer particularly to what follows.


FOOTNOTES:

F11 (Mkyle) "super vos", V. L. Pagninus, Montanus; "de vobis", Vatablus; "super vobis", Cocceius.

Jeremia 10:1 In-Context

1 Hoort het woord, dat de HEERE tot ulieden spreekt, o huis Israels!
2 Zo zegt de HEERE: Leert den weg der heidenen niet, en ontzet u niet voor de tekenen des hemels, dewijl zich de heidenen voor dezelve ontzetten.
3 Want de inzettingen der volken zijn ijdelheid; want het is hout, dat men uit het woud gehouwen heeft, een werk van des werkmeesters handen met de bijl.
4 Men pronkt het op met zilver en met goud; zij hechten ze met nagelen en met hameren, opdat het niet waggele.
5 Zij zijn gelijk een palmboom van dicht werk, maar kunnen niet spreken; zij moeten gedragen worden, want zij kunnen niet gaan; vreest niet voor hen, want zij kunnen geen kwaad doen, ook is er geen goeddoen bij hen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.