Jeremia 14:20

20 HEERE! wij kennen onze goddeloosheid, en onzer vaderen ongerechtigheid, want wij hebben tegen U gezondigd.

Jeremia 14:20 Meaning and Commentary

Jeremiah 14:20

We acknowledge, O Lord, our wickedness, and the iniquity of
our fathers
This is said by the prophet, in the name of the few faithful that were among this people, who were sensible of their own sins, the sins of their ancestors, and which they ingenuously confess; their fathers had sinned, and they had imitated them, and continued in the same, and therefore might justly expect the displeasure of the Lord, and his controversy with them: for we have sinned against thee;
( Jeremiah 14:7 ) .

Jeremia 14:20 In-Context

18 Zo ik uitga in het veld, ziet daar de verslagenen van het zwaard, en zo ik in de stad komen, ziet daar de kranken van honger! Ja, zowel de profeten als de priesters lopen om in het land, en weten niet.
19 Hebt Gij dan Juda ganselijk verworpen? Heeft Uw ziel een walging aan Sion? Waarom hebt Gij ons geslagen, dat er geen genezing voor ons is? Men wacht naar vrede, maar daar is niets goeds, en naar tijd van genezing, maar ziet, daar is verschrikking.
20 HEERE! wij kennen onze goddeloosheid, en onzer vaderen ongerechtigheid, want wij hebben tegen U gezondigd.
21 Versmaad ons niet, om Uws Naams wil; werp den troon Uwer heerlijkheid niet neder; gedenk, vernietig niet Uw verbond met ons.
22 Zijn er onder de ijdelheden der heidenen, die doen regenen, of kan de hemel druppelen geven? Zijt Gij die niet, o HEERE, onze God? Daarom zullen wij op U wachten, want Gij doet al die dingen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.