Jeremia 2:29

29 Waarom twist gij tegen Mij? Gij hebt allen tegen Mij overtreden, spreekt de HEERE.

Jeremia 2:29 Meaning and Commentary

Jeremiah 2:29

Wherefore will ye plead with me?
&c.] Strive and contend, chide, murmur, and complain, when evil came upon them, as if the Lord dealt hardly with them, and as if they had never sinned against him; when their case would not bear to be brought into judgment and examined openly; what would they get by that but shame and disgrace? ye all have transgressed against me, saith the Lord;
high and low, rich and poor, great and small; men of all ranks, degrees, and character; kings, priests and prophets; and therefore ought not to contend with God, and charge him with injustice or unkindness, but themselves with folly and wickedness.

Jeremia 2:29 In-Context

27 Die tot een hout zeggen: Gij zijt mijn vader; en tot een steen: Gij hebt mij gegenereerd; want zij keren Mij den nek toe, en niet het aangezicht; maar ten tijde huns kwaads zeggen zij: Sta op en verlos ons.
28 Waar zijn dan uw goden, die gij u gemaakt hebt? Laat ze opstaan, of zij u ten tijde uws kwaads zullen verlossen; want naar het getal uwer steden zijn uw goden, o Juda!
29 Waarom twist gij tegen Mij? Gij hebt allen tegen Mij overtreden, spreekt de HEERE.
30 Tevergeefs heb Ik uw kinderen geslagen; zij hebben de tucht niet aangenomen; ulieder zwaard heeft uw profeten verteerd, als een verdorven leeuw.
31 O geslacht, aanmerkt toch gijlieden des HEEREN woord! Ben Ik Israel een woestijn geweest, of een land der uiterste donkerheid? Waarom zegt dan Mijn volk: Wij zijn heren, wij zullen niet meer tot U komen?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.