Jeremia 36:25

25 Hoewel ook Elnathan, en Delaja, en Gemarja bij den koning daarvoor spraken, dat hij de rol niet zou verbranden; doch hij hoorde naar hen niet.

Jeremia 36:25 Meaning and Commentary

Jeremiah 36:25

Nevertheless, Elnathan, and Delaiah, and Gemariah
Three of the five princes mentioned in ( Jeremiah 36:12 ) ; had made intercession to the king, that he would not burn the roll;
or suffer it to be burnt; this they did either at first, as soon as the roll was brought, that if the king should not like it, yet they besought him that he would not destroy it; or rather when they saw what Jehudi was going to do with it, either by the express order, or at the connivance of the king; then they humbly entreated that such an action might not be done, which gave them a secret horror, though they might endeavour to hide it as much as possible: but he would not hear them;
or he would not receive it of them, as the Targum; that is, their supplication and intercession; but either east the roll into the fire himself, or permitted Jehudi to do it; nor would he suffer it to be taken out till it was all consumed.

Jeremia 36:25 In-Context

23 En het geschiedde, als Jehudi drie stukken, of vier gelezen had, versneed hij ze met een schrijfmes, en wierp ze in het vuur, dat op den haard was, totdat de ganse rol verteerd was in het vuur, dat op den haard was.

24 En zij verschrikten niet, en scheurden hun klederen niet, de koning noch al zijn knechten, die al deze woorden gehoord hadden.

25 Hoewel ook Elnathan, en Delaja, en Gemarja bij den koning daarvoor spraken, dat hij de rol niet zou verbranden; doch hij hoorde naar hen niet.

26 Daartoe gebood de koning aan Jerahmeel, den zoon van Hammelech, en Zeraja, den zoon van Azriel, en Selemja, den zoon van Abdeel, om den schrijver Baruch en den profeet Jeremia te vangen. Maar de HEERE had hen verborgen.

27 Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, nadat de koning de rol en de woorden, die Baruch geschreven had uit den mond van Jeremia, verbrand had, zeggende: