Jeremia 38:3

3 Zo zegt de HEERE: Deze stad zal zekerlijk gegeven worden in de hand van het heir des konings van Babel, datzelve zal ze innemen;

Jeremia 38:3 Meaning and Commentary

Jeremiah 38:3

Thus saith the Lord, this city shall surely be given into the
hand of the king of Babylon's army
When those found in it should be put to the sword, or carried captive: this the prophet declares with the greatest certainty; and what he had often affirmed for twenty years past, and now stands to it, having had fresh assurances from the Lord that so it would be; and which he faithfully published; though he had received some favours from the court, had his liberty enlarged, and was now eating the king's bread, he was not to be bribed by these things to hold his peace; but the nearer the ruin of the city was, the more confident was he of its destruction: which shall take it;
or, "that it may take it" F15; being delivered into its hands by the Lord, without whose permission the Chaldean army could never have taken it: or "and he shall take it" F16; that is, the king of Babylon.


FOOTNOTES:

F15 (hdklw) "ut capiat eam", Schmidt.
F16 "Et capiet illam", Cocceius; "et capiet eam", V. L. Pagninus, Montanus.

Jeremia 38:3 In-Context

1 Als Sefatja, de zoon van Matthan, en Gedalia, de zoon van Pashur, en Juchal, de zoon van Selemja, en Pashur, de zoon van Malchia, de woorden hoorden, die Jeremia tot al het volk sprak, zeggende:
2 Zo zegt de HEERE: Wie in deze stad blijft, zal door het zwaard, door den honger of door de pestilentie sterven; maar wie tot de Chaldeen uitgaat, die zal leven, want hij zal zijn ziel tot een buit hebben, en zal leven.
3 Zo zegt de HEERE: Deze stad zal zekerlijk gegeven worden in de hand van het heir des konings van Babel, datzelve zal ze innemen;
4 Zo zeiden de vorsten tot den koning: Laat toch dezen man gedood worden; want aldus maakt hij de handen der krijgslieden, die in deze stad zijn overgebleven, en de handen des gansen volks slap, alzulke woorden tot hen sprekende; want deze man zoekt den vrede dezes volks niet, maar het kwaad.
5 En de koning Zedekia zeide: Ziet, hij is in uw hand; want de koning zou geen ding tegen u vermogen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.