Jeremia 4:31

31 Want ik hoor een stem als van een vrouw, die in arbeid is, een benauwdheid als van een, die in des eersten kinds nood is, de stem van de dochter Sions; zij hijgt, zij breidt haar handen uit, zeggende: O, wee mij nu, want mijn ziel is moede vanwege de doodslagers!

Jeremia 4:31 Meaning and Commentary

Jeremiah 4:31

For I have heard a voice as of a woman in travail
So the distress of the Jews, at the time of their destruction, is compared to the sorrows of a woman in travail; and a word, that signifies that is used to express it, ( Matthew 24:8 ) : and the anguish as of her that bringeth forth her first child;
whose time is more difficult, her pains sharper, her anguish greater, and, having less experience, the more impatient: the voice of the daughter of Zion, that bewaileth herself;
her unhappy condition, and miserable circumstances: that spreadeth her hands;
as persons in distress do, and particularly women in travail: saying, woe is me now, for my soul is wearied because of murderers:
these abounded: under the second temple, and was the reason, the Jews say: {m}, of the sanhedrim removing from their usual place in the temple; and why they ceased from the beheading of the red heifer ^F14.

---

FOOTNOTES:

F13 T. Bab. Avoda Zara, fol. 8. 2.
F14 Misn. Sota, c. 9. sect. 9.

Jeremia 4:31 In-Context

29 Van het geroep der ruiteren en boogschutters vluchten al de steden; zij gaan in de wolken, en klimmen op de rotsen; al de steden zijn verlaten, zodat niemand in dezelve woont.

30 Wat zult gij dan doen, gij verwoeste? Al kleeddet gij u met scharlaken, al versierdet gij u met gouden sieraad, al schuurdet gij uw ogen met blanketsel, zo zoudt gij u toch tevergeefs oppronken; de boelen versmaden u, zij zullen uw ziel zoeken.

31 Want ik hoor een stem als van een vrouw, die in arbeid is, een benauwdheid als van een, die in des eersten kinds nood is, de stem van de dochter Sions; zij hijgt, zij breidt haar handen uit, zeggende: O, wee mij nu, want mijn ziel is moede vanwege de doodslagers!