Jeremia 48:5

5 Want in den opgang van Luhith zal geween bij geween opgaan, want in den afgang van Horonaim hebben Moabs wederpartijders een jammergeschrei gehoord.

Jeremia 48:5 Meaning and Commentary

Jeremiah 48:5

For in the going up of Luhith continual weeping shall go up,
&c.] This is another city, which was built on a high hill, which had a considerable ascent to it, whither those that escaped from Horonaim might flee for safety; but as they went up the hill would weep bitterly, and all the way they went, because of the loss of friends and sustenance, and the danger they themselves were still in. Of this place (See Gill on Isaiah 15:5); for in the going down of Horonaim the enemies have heard a cry of
destruction;
a place before mentioned, which lay low, in the descent of which, the enemies, the Chaldeans, heard the cries of those that fled from Horonaim, and went up from thence to Luhith, which cry was as follows:

Jeremia 48:5 In-Context

3 Er is een stem des gekrijts van Horonaim; verstoring en een grote breuk!
4 Moab is verbroken; haar kleine kinderen hebben een gekrijt laten horen.
5 Want in den opgang van Luhith zal geween bij geween opgaan, want in den afgang van Horonaim hebben Moabs wederpartijders een jammergeschrei gehoord.
6 Vlucht, redt ulieder ziel! en wordt als de heide in de woestijn;
7 Want om uw vertrouwen op uw werken, en op uw schatten, zult gij ook ingenomen worden; en Kamos zal henen uitgaan in gevangenis, zijn priesteren en zijn vorsten te zamen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.