Jeremia 49:6

6 Maar daarna zal Ik de gevangenis der kinderen Ammons wenden, spreekt de HEERE.

Jeremia 49:6 Meaning and Commentary

Jeremiah 49:6

And afterwards I will bring again the captivity of the children
of Ammon, saith the Lord.
] Perhaps by Cyrus; for, in the times of Judas Maccabeus, the children of Ammon were again a large and mighty people,

``Afterward he passed over to the children of Ammon, where he found a mighty power, and much people, with Timotheus their captain.'' (1 Maccabees 5:6)
Justin Martyr F6 says, that in his time there was a large multitude of Ammonites; but Origen F7, who was later than he, observes, that not only the Idumeans, but the Ammonites and Moabites, were then called by the common name of Arabians; and these are now the present inhabitants of their country; and when these shall be converted in the latter day; see ( Isaiah 60:6 Isaiah 60:7 ) ; who may be called by the name of the ancient inhabitants; then will this be more fully accomplished: for some refer this to the days of the Messiah, and to the conversion of some of these Heathen people, either in the first times of the Gospel, or in the latter day; (See Gill on Jeremiah 49:2). The Jews F8 understand this as fulfilled in Ammonite proselytes to their religion.
FOOTNOTES:

F6 Dialog. cum Tryphone Judaeo, p. 347.
F7 Comment. in lib. Job, fol. 2. 1. A.
F8 Misn. Yadaim, c. 4. sect. 4. T. B. Beracot, fol. 28. 1.

Jeremia 49:6 In-Context

4 Wat roemt gij op uw dalen? Uw dal is weggevloten, gij afkerige dochter! die op haar schatten vertrouwt, zeggende: Wie zou tegen mij komen?
5 Ziet, Ik zal vreze over u brengen, spreekt de HEERE, de HEERE der heirscharen, van allen, die rondom u zijn, en gijlieden zult, een iegelijk voor zich henen, uitgedreven worden, en niemand zal den omdolende vergaderen.
6 Maar daarna zal Ik de gevangenis der kinderen Ammons wenden, spreekt de HEERE.
7 Tegen Edom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Is er dan geen wijsheid meer te Theman? Is de raad vergaan van de verstandigen? Is hunlieder wijsheid onnut geworden?
8 Vliedt, wendt u, woont in diepe plaatsen, gij inwoners van Dedan! want Ik heb Ezau's verderf over hem gebracht, den tijd, dat Ik hem bezocht heb.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.