Jeremia 52:14

14 En het ganse heir der Chaldeen, dat met den overste der trawanten was, brak alle muren van Jeruzalem rondom af.

Jeremia 52:14 Meaning and Commentary

Jeremiah 52:14

And all the army of the Chaldeans, that [were] with the
captain of the guard
Which he brought with him from Riblah, or were left at Jerusalem by those that pursued after Zedekiah when the city was taken, which the captain of the guard now had the command of: broke down all the walls of Jerusalem round about:
(See Gill on Jeremiah 39:8).

Jeremia 52:14 In-Context

12 Daarna, in de vijfde maand, op den tienden der maand (dit jaar was het negentiende jaar van den koning Nebukadrezar, den koning van Babel), als Nebuzaradan, de overste der trawanten, die voor het aangezicht des konings van Babel stond, te Jeruzalem gekomen was;
13 Zo verbrandde hij het huis des HEEREN en het huis des konings; mitsgaders alle huizen van Jeruzalem en alle huizen der groten verbrandde hij met vuur.
14 En het ganse heir der Chaldeen, dat met den overste der trawanten was, brak alle muren van Jeruzalem rondom af.
15 Van de armsten nu des volks en het overige des volks, die in de stad overgelaten waren, en de afvalligen, die tot den koning van Babel gevallen waren, en het overige der menigte, voerde Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk weg.
16 Maar van de armsten des lands liet Nebuzaradan, de overste der trawanten, enigen over tot wijngaardeniers en tot akkerlieden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.